Er zijn van die tradities die je in ere moet houden. De twee-jaarlijkse reis die ik met Leander maak is zo’n traditie. Stonden edities van 2017 (Noorwegen) en 2015 (IJsland) in het teken van Scandinavië, deze keer gaan we het een stuk zuidelijker zoeken, in het balkanland Slovenië. (meer…)
Lesce en Hotel Krek
Het vliegveld van Ljubljana stelt niet veel voor. Het is dringen bij de koffers, want er zijn maar twee baggagebanden. In het vliegveld zelf bevinden zich maar een handjevol balies. Om onze huurauto op te halen moeten we eens stukje buitenom lopen. Een Opel Crossland X staat in de parkeergarage tegenover het vliegveld op ons te wachten.
Omdat alle hotels in Bled al vol zaten of veel te duren waren, hebben we een hotel geboekt in een plaatsje vlakbij Bled. Hotel Krek bevind zich in Lesce, een klein dorpje tien minuten rijden van Bled. Op de autorit van het vliegveld naar Lesce kunnen we alvast wennen aan het Sloveense landschap. Wat we zien bevalt goed.
Het hotel blijkt een goede keuze. Het bevind zich op een soort industrieterrein, maar alle voorzieningen zijn aanwezig. Er is een pizzeria op de hoek die heerlijke pizza’s serveert. Er zijn twee supermarkten en Bled is om de hoek.
Het smitsestadje Kropa
Op onze eerste dag in Slovenië willen we gelijk goed beginnen. Vandaar dat we naar het kerkje van St. Primoz rijden. Dit kerkje ligt hoog in de bergen en staat garant voor een prachtige foto. Op weg daar naartoe passeren we het dorpje Kropa. Een dorpje dat we niet zomaar kunnen passeren zonder de camera tevoorschijn te halen.
Kropa is een oude ‘smitsestad’, waar in vroeger tijden ijzer werd bewerkt, al vanaf de 15e eeuw. Op de één of andere manier heeft dit dorpje een bijzondere sfeer. Het lijkt wel alsof hier vroeger dwergen gewoond hebben uit een Tolkien verhaal. Er stroomt een riviertje door het centrum met kleine watervalletjes.
We lopen een rondje tussen de kenmerkende huisjes door. Alles hier is gewoon prachtig om te zien.
Er zijn twee kerkjes in het dorpje, waarvan deze die tegen de bergen aan gebouwd is, de mooiste is.
Slap Peričnik waterval
De slap Peričnik, of waterval van Peričnik, is de bekendste waterval van Slovenië. Hij is te vinden in het Triglav nationaal park. Het water van de Peričnik kreek gaat hier over in de Bistrica kreek.
De weg naar de waterval is grotendeels met de auto te doen. We rijden over een smalle, onverharde weg door het bos en langs het water. De laatste paar kilometer besluiten we te gaan lopen om zo beter van de omgeving te kunnen genieten.
Van ver is Slap Peričnik al te zien. Het water stort zich naar beneden vanaf een plateau dat in de laatste ijstijd is ontstaan. Naast de twee hoofdwatervallen zijn er kleine stroompjes water die op diverse plekken naar beneden druppelen.
Het laatste stukje om bij de waterval te komen bestaat uit een steile klim. Omdat het een populaire toeristische locatie is, zijn er veel mensen. Maar het plekje is van een ongekende schoonheid.
Het bijzondere van Slap Peričnik is, dat je onder het water door kunt lopen.
Het valt nog niet mee om goede foto’s te nemen van de waterval. De hoeken zijn lastig, er zijn steeds mensen in beeld en alles is glibberig en nat met al het water dat naar overal naar beneden druppelt.
Ik heb al heel wat mooie watervallen gezien, bijvoorbeeld in IJsland, maar deze claimt zonder twijfel een plekje in de top-10.
Het meer van Bled
Het bekendste en meest iconische meer van heel Slovenië is Lake Bled. Dit meertje met azuurblauw helder water is niet alleen zo mooi omdat het tussen de bergen in ligt, maar ook omdat er een eilandje in het midden te vinden is met een wit kerkje erop.
Bled is de reden waarom dit deel van Slovenië zo geliefd is. We bezoeken het meertje op de dag dat het Bled festival zich op het hoogtepunt bevind. Dit festival met muziek en kraampjes bevind zich in het stadje Bled. Op zich niet zo bijzonder, maar vandaag worden er na zonsondergang duizenden kaarsjes te water gelaten in het meer. Dat schouwspel willen we natuurlijk niet missen.
Om een indruk te krijgen van de omgeving lopen we rond het hele meer. Dat kan via een pad van zo’n 5 kilometer. Onderweg stoppen we regelmatig om een foto van het meer te schieten.
Als het donker begint te worden, zien we het kasteel van Bled oplichten. Dit kasteel ligt bovenop een hoge rots naast het meer. Samen met het kerkje vormt het één van de mythische ingrediënten van deze plek.
De lichtjes worden rond 22:00 uur te water gelaten. Omdat de wind ongunstig staat, blijven ze een beetje hangen bij het dorpje. Het is mooi om te zien, maar niet eenvoudig op de foto vast te leggen.
De lichtjes zijn kaarsjes die worden ontstoken in eierschalen. Een kunstenaar is hier maanden mee bezig. De benodigde eieren worden door boeren in de buurt geleverd.
We hebben een goede eerste Bled ervaring gehad. Het spreekt voor zich dat we hier nog wel terug gaan komen.
Het meer van Bohinj
Slovenië heeft niet alleen het meer van Bled maar ook Lake Bohinj. Dit is het grootste meer van Slovenië. . Het is circa 4,5 km lang en 1 km breed. Het meer is gemiddeld 30 meter diep. Net als het meer van Bled bevat ook dit meer helder water azuurblauw en is het prachtig tussen de bergen in gelegen.
We bezoeken het meer op een druk moment. Het is zondag en het is mooi weer. Zelfs een paar donderslagen en wat regendruppels later in de middag veranderen weinig aan de mensenmassa’s die zich rondom het meer bevinden om te zwemmen, in een bootje te varen of te zonnen.
De drukte bemoeilijkt het maken van foto’s, maar we maken er het beste van. Het kerkje met de brug ervoor aan het meer vormen een mooi plaatje.
Tegenover het kerkje gebruiken we de lunch. Het traditionele bord Ćevapčići smaakt uitstekend. Dit zijn een soort worstjes gemaakt van gehakt.
Bled vanaf Ojstrica en Mala Osojnica
Het meer van Bled is al prachtig om te zien wanneer je er omheen loopt. Maar het wordt nog mooier als je vanaf één van de omringende bergen neerkijkt op het meer. Er zijn twee beroemde uitzichtpunten met namen die verwarrend veel op elkaar lijken: Ojstrica en Mala Osojnica. Vanaf deze punten krijg je het mooiste uitzicht op Bled.
We proberen de drukte voor te zijn en gaan vroeg op pad. Het eerste uitzichtpunt is Ojstrica. Het pad er naartoe is listig om te vinden. Vanaf de rondweg is er nabij Camping Bled plotseling een klein bospaadje dat naar boven toe gaat. Er staat gelukkig een klein bordje bij, dat helpt.
De klim naar het eerste uitzichtpunt duurt ongeveer 20 minuten en is pittig maar goed te doen. We kijken onze ogen uit. Er staat een bankje om even bij te komen. We zijn niet de enigen die de klim gemaakt hebben. Mensen maken er selfies of filmen er voor hun Instagram kanaal. Maar het is niet absurd druk omdat we vroeg gekomen zijn.
We vinden dit punt fraai, maar we gaan toch nog één niveau hoger, naar Mala Osojnica. Hier is het mogelijk om het hele meer te overzien. Dit is nog eens 20 minuten klimmen. Het pad is hier en daar glibberig, wat zeker bij het afdalen verraderlijk kan zijn. Maar naar onze mening een plek die we niet mogen missen.
Je kunt er veel over zeggen, maar beelden spreken in dit geval toch een stuk meer dan woorden. Dit moet wel één van de mooiste plekjes op aarde zijn. Missie geslaagd. Hier waren we voor gekomen!
Dit is natuurlijk ook de ideale plaats om onze traditionele ‘boze’ selfie te maken.
Vintgar Gorge
Vintgar Gorge is een kloof die uitgesleten is door de Radovna rivier. Hier is een houten pad gemaakt van 1,6 kilomter dat de rivier volgt. Vintgar Gorge staat hoog op ons to-do lijstje omdat het een bijzonder fraaie locatie is.
We hebben onze research gedaan en geleerd dat je vroeg bij Vintgar moet zijn om de drukte te ontlopen. De openingstijd is om 7:00 uur ’s ochtends. Wij komen vijf minuutjes later aanrijden. Er zijn dan al mensen gearriveerd, maar inderdaad is het nog lekker rustig. We betreden de kloof via de ingang, waar een entree van 10 euro per persoon betaald moet worden.
Die toegangsprijs ben je snel vergeten als je verder Vintgar Gorge in loopt. De rivier klatert met talloze watervallen en stroomversnellingen onder je door. Af en toe laat een houten bruggetje je de kloof oversteken.
Doordat we zo vroeg zijn kunnen we vrij foto’s maken. Het is echter niet overal mogelijk om een statief te gebruiken en de beweging van het water goed vast te leggen, omdat het pad zo smal is.
Aan het eind van het pad bevind zich de “Slap Šum” waterval. Het eerste deel van Vintgar Gorge is het meest interessant, hier is de rivier een stuk ruiger. In het tweede deel zien we de zon in de kloof schijnen. Ook hier is het water weer glashelder.
Het was een goede keuze om vroeg te komen, want op de weg terug moeten we ons langs enorme mensenmassa’s wurmen op de smalle paadjes.
Slap Grmečica
Slap Grmečica is een klein watervalletje bij het plaatsje Manenj. We hebben onze zinnen gezet op deze locatie maar de eerste keer dat we de waterval proberen te vinden, mislukt dit jammerlijk. Google Maps stuurt ons letterlijk het bos in. We rijden over smalle overwoekerde bergpaadjes langs diepe ravijnen. Als we bijna op de aangegeven locatie komen zegt Google dat we een ravijn in moeten rijden. Dat doen we maar niet.
Onze tweede poging is succesvoller. Vanaf de hoofdweg N209 blijkt er een listig paadje te zijn, bereikbaar via het parkeerterrein van een restaurant. Op weg naar de slap rijden we langs een kenmerkend Sloveens gebouwtje waar we er in het landschap velen van hebben gezien, maar waarvan we niet precies weten waar het voor dient.
Het parkeerterreintje bij het pad naar de waterval staat vol met auto’s. Gelukkig komen we er al snel achter dat dit groepen zijn die in de rivier komen raften en abseilen.
We lopen vol goede moed richting de plek waar Slap Grmečica zou moeten zijn. Deze keer zal het ons lukken de locatie te vinden.
We vinden Slap Grmečica, maar een waterval is er niet. Een klein zielig stroompje water druppelt in een klein plasje eronder. Een Sloveens echtpaar dat ter plaatse is weet ons te vertellen dat door de droogte van deze maand er nauwelijks water stroomt. Een paar weken eerder was de waterval nog groot en krachtig geweest. Met een glimlach laat de man op zijn telefoon zien hoe het er toen uitzag. “Nice waterfall”, zegt hij. Klopt, maar we waren hier niet gekomen om dat op de telefoon van een Sloveen te zien.
We laten ons niet uit het veld slaan en maken er het beste van. Ondanks dat we de woeste waterval er zelf bij moeten verzinnen, blijft het een mooi plekje. Op de terugweg probeer ik een vlinder op de foto te zetten. Er vliegen overal oranje, bruine en witte vlinders door het bos, maar ze zitten zelden stil. Net als ik het op wil geven, gaat er ééntje op een blaadje zitten.
Een kudde koeien die water drinken uit een bergbeekje zijn ook leuk materiaal. Erg slim zijn de beesten niet. Eentje drinkt en plast tegelijkertijd in hetzelfde water. Lijkt me toch minder lekker.
Bled Cream Cake
Het meer van Bled is een plek die elke keer weer verwondert en verbaast. We hebben de uitzichtpunten gehad en zijn het hele meer rond gelopen. Maar we zijn nog niet bij het meer tijdens zonsondergang geweest. In de avond kleuren de lucht, het meer en de bergen erachter in magenta tinten, wat weer een heel andere sfeer geeft deze magische plek.
Wanneer het donkerder wordt en op het eiland de lichtjes aan gaan verandert de sfeer opnieuw.
Onze tweede queeste deze dag bestaat uit het eten van de beroemde Bled Cream Cake. Dit is een uit de kluiten gewassen tompouce die erg lekker smaakt met een Lasko biertje erbij. Na het vroege opstaan en een lange dag afzien in de bergen, vinden we dat we deze wel verdiend hebben.
Fort Predel in Triglav Nationaal Park
Het Triglav Nationaal Park omvat 838 m². We hebben nog een aantal locaties te bezoeken aan de andere kant van het park, dus het lijkt ons wel een aardig idee om een rondje om het hele park te rijden. Om dat plan uit te voeren moeten we wel ruim 4,5 uur afleggen met de auto, waarmee we ook een stukje door Italië rijden.
Het landschap maakt veel goed. Onderweg komen we een paar interessante plekjes tegen. Eén van die plekken die we vooraf niet hadden uitgezocht is Fort Predel. De ruïne van dit fort ligt pal langs de weg. Om precies te zijn gaat de weg dwars door het fort heen, dus je kunt het niet missen.
Het fort is vervallen maar het heeft een rijke historie. In de Napoleontische tijd zijn hier gevechten geweest tussen de Franse en Oostenrijkse legers. Aanvoerder Johann Hermann von Hermansdorf heeft hier met zijn mannen tot de dood gestreden. Vrijwel iedereen is door de Fransen afgeslacht, die vervolgens het gebied in bezit namen.
Van deze vreselijke strijd is op deze mooie zomerdag weinig meer te bespeuren, alleen een gedenkteken onder aan de berg herinnert er nog aan. De ruïne is eenvoudig te bereiken vanaf de weg. Het hekje dat voor de ingang is geplaatst is niet op slot, dus het is zelfs mogelijk om van binnen een kijkje te nemen.
De bosrijke omgeving van het kasteel is een favoriete plek voor vlinders, waarvan ik er een aantal weet te ‘vangen’ met mijn camera.
He Noordelijke deel van Triglav is bergachtig en de weggetjes zijn smal en kronkelig. We slalommen wat af met de auto. Het is leuk, zolang je geen tegenliggers hebt.
Slap Boka
De volgende waterval in onze ronde om Triglav is Slap Boka. Deze waterval is de hoogste van Slovenië. Hij start bij een karst bron hoog in de bergen en heeft twee gedeelten. De eerste is 106 meter hoog en de tweede 33 meter hoog.
De waterval is vanaf de weg al goed te zien. Er is een klein restaurantje waar we de auto kunnen parkeren. We komen aan bij de waterval op het heetste moment van de dag.
De temperatuur noteert ruim boven de 30 graden Celsius. Vanwege het droge seizoen gaat er minder wat door de waterval heen dan gemiddeld. Gelukkig is de wandeling van en naar het observatiepunt van Slap Boka, waar je het beste uitzicht hebt op de waterval, niet lang. En een restaurantje aan de voet van een toeristische attractie vinden wij altijd een goed idee.
Slap Kozjak
Een waterval die hoog op ons lijstje staat is Slap Kozjak. Dit is niet ‘zomaar’ een waterval. Slap Kozjak bevind zich in een paradijselijke kloof, te bereiken via een wandeling door het bos, langs het helder blauwe kabbelende bergbeekje Kozjak.
De Kozjak rivier is bezaaid met grote en kleine rotsblokken. Deze zijn hier en daar op elkaar gestapeld, wat een leuk effect geeft.
De nadering van de waterval is bijzonder. Via een sluipweggetje tussen de rotsen door bereiken we een platform, vanaf waar we goed zicht hebben op het neervallende water. Helaas houdt niet iedereen zich aan de regels en wordt er volop door mensen in het water gezwommen, wat het maken van foto’s bemoeilijkt. Maar dit is hoe dan ook één van die plaatsen die veel magischer zijn dan op welke foto dan ook kan worden overgebracht.
Tolmin Gorge
Onze laatste stop op onze ronde door Triglav is Tolmin Gorge. Dit is net als Vintgar Gorge een kloof die door de rivier is uitgesleten.
Tolmin Gorge is niet zoals Vintgar één pad langs de rivier. Het zijn meerdere paadjes die naar verschillende uitkijkpunten leiden. Bij de ingang krijgen we een boekje met een kaart van het gebied.
In het eerste deel van de rivier zien we veel mensen zwemmen en zonnen. Wanneer we wat hoger klimmen wordt het rustiger en kunnen we de verschillende punten in Tolmin Gorge bekijken. Er is genoeg te klimmen en te lopen in Tolmin Gorge. Er wordt aangegeven dat je ongeveer 2 uur bezig bent om het hele gebied te zien. Wij doen er nog wat langer over, omdat we ergens een verkeerde afslag hebben genomen.
De kloof is op een aantal plaatsen bijzonder nauw. Er is een thermische bron, die alleen bij laag water te zien is. Hebben we toch nog een keer geluk dat we dit jaargetij gekomen zijn.
Het verkennen van Tolmin Gorge is best uitdagend, omdat het veel traplopen is en het is meer dan 30 graden Celsius. Hoewel het iets koeler is bij de rivier, blijft het ontzettend warm. Het is goed te begrijpen dat de mensen verkoeling zoeken in het koude water. Wij zoeken onze verkoeling in een goed glas Lasko bier. Bij de ingang van de Gorge is een restaurant waar ze behalve bier ook lekkere plaatselijke gerechten serveren.
Parkeren bij Tolmin Gorge
Mocht je Tolmin Gorge bezoeken, let dan op bij het parkeren. Wij werden door de bordjes geadviseerd om P2 te nemen. Van daaruit rijdt een shuttlebus naar de ingang van de gorge. Bij de ingang aangekomen blijkt er echter genoeg parkeerruimte te zijn op P1. Ook is het goed om te weten dat de shuttlebus maar tot 16:00 uur rijdt. Wij komen later uit de gorge en moeten daardoor een kwartier extra teruglopen om de auto te bereiken.
Tolmin is minder spectaculair als Vintgar, maar heeft een geheel eigen charme.
Van Bled naar Ljubljana
Ons verblijf in Lesce, nabij Bled zit erop. We rijden vandaag door naar de hoofdstad Ljubljana.
We nemen een flinke omweg, omdat we ook het mijnwerkers museum aan willen doen in Mežica (Underground, Tourist Mine and Museum). Hier kun je een kilometerslang ondergronds pad per fiets doorkruisen. Wanneer we aankomen blijken er echter technische problemen in de mijn, waardoor de excursies geschrapt zijn. Ook was onze reservering niet goed doorgekomen, wat niet verbazingwekkend is aangezien de mensen aldaar geen Engels kunnen en slechts een beperkt woordje Duits. We kunnen dus niet naar beneden en besluiten door te rijden.
De weg die we kiezen, gaat voor een groot deel door Oostenrijk. Dit is dus het derde land dat we aandoen deze vakantie, na Slovenië en Italië. We rijden door een aantal lange tunnels, waarvan de langste ruim 8 kilometer meet. Het Oostenrijkse landschap lijkt op het Sloveense, al missen we hier de kerkjes, zijn de wegen breder en drukker en er zijn een stuk meer tunnels.
Weer terug in Slovenië zijn er weer regelmatig witte kerkjes op bergtoppen te bewonderen vanaf de weg. Het is niet altijd makkelijk om ze goed te framen, omdat er meestal veel bomen omheen staan.
Het echec in Mežica heeft als voordeel dat we eerder aankomen in Ljubljana. Het is een gezellig stadje, met veel terrasjes. Het stadscentrum is autovrij en het geheel voelt aan als een groot dorp. Alles is op loopafstand te bereiken.
Op de step door Ljubljana
Een vervoermiddel dat sterk in opkomst is in heel Europa, behalve in Nederland, is de elektrische step. In Ljubljana had ik ze al zien rondrijden en we besluiten ze te huren voor een dagje, bij E-Scooter Ljubljana.
De stepjes die we kiezen van Xiaomi kunnen zo’n 30 km ver rijden en halen een topsnelheid van 25 km p/u. In Ljubljana is het toegestaan om zowel op fietspaden, autowegen en voetpaden met de stepjes te rijden. Een helm is niet verplicht.
Na een paar minuutjes zijn we helemaal in ons element en crossen we al steppend door de smalle straatjes, slalommend door voetgangers en andere obstakels.
Omdat het stadscentrum van Ljubljana vrij klein is, zijn de stepjes hier geen noodzaak, maar ze zijn ideaal om je snel door de stad te verplaatsen. We volgen eerst de rivier tot waar de rivier Ljubljanica zich in twee delen splitst. Vervolgens rijden we naar het Trivoli park.
Onderweg rijden we langs Trg Republike Square, waar we het communistische verleden van Ljubljana kunnen aanschouwen. Aan deze gebouwen schijnt een beroemde architect gewerkt te hebben. Het zal een blinde architect geweest zijn, wat het is stuitend lelijk. En dan te bedenken dat experts het “een remarkable example of modernist socialist architecture” noemen. Ik kan de communisten geen gevoel voor smaak nageven.
De e-scooter is een handig vervoermiddel voor korte afstanden. Ik hoop dat ze ooit in Nederland goedgekeurd worden, dan ga ik er zeker één bestellen.
Op zoek naar beren in de Sloveense bossen
Bruine beren komen in Slovenië in relatief grote getale voor. In de bossen in het oosten van het land leven er zo’n 1200. Het leek ons wel wat om een beer in het wild te zien, maar hoe pak je dat aan? We zijn geen ervaren rangers die met Zwitsers zakmes op de heup in camouflage door de bossen jakkeren om op berenjacht te gaan.
Een alternatief is een georganiseerde excursie. Professionele jagers nemen je mee naar plekjes in het bos waar de beren naartoe komen, zodat je ze in hun eigen omgeving in alle rust kunt observeren. We boeken zo’n tour bij bearsandwildlife.si en rijden vol goede moed over de kronkelige Sloveense weggetjes naar het oosten.
Voorafgaand aan de excursie krijgen we contracten opgestuurd, waarvan de strekking is dat het onze eigen verantwoordelijkheid is als we door een beer aan stukken worden gescheurd. We moeten alle aanwijzingen van de jager opvolgen zonder vragen te stellen. We moeten de observatiehut onder geen enkele omstandigheid zonder de jager verlaten.
Op weg naar de observatiehut
Op een grote parkeerplaats worden we opgehaald door een Sloveen die voldoet aan het beeld dat we bij een professionele jager hebben. Een oudere man in een rangerover die nauwelijks Engels spreekt en in kakitinten gekleed is. Hij begroet ons hartelijk en nodigt ons uit om in zijn 4×4 plaats te nemen.
We rijden met hem het bos in terwijl hij ons de foto’s van een dag eerder laat zien. We zien prachtige bruine beren op die foto’s die met een telefoon lijken te zijn gemaakt. ‘Maar ze komen wanneer ze komen’ zegt hij. Het kan net zo goed zijn dat we niets zien. Het blijven tenslotte wilde dieren. We hebben meestal wel geluk met dit soort dingen, dus we maken ons weinig zorgen.
De man zet ons af in een klein houten boomhutje, dat uitkijkt op een stukje gras met een paal in het midden waaruit op gezette tijden graan wordt gestrooid om de beren te lokken. Voor de zekerheid gooit hij wat pruimen in het rond. Hij drukt ons fluisterend op het hart dat we volledig stil moeten zijn. We mogen niet praten en het beste is als we roerloos blijven zitten. Beren zijn angstige dieren, die van het minste onraad al terugschrikken. Hij sluit de deur van de boomhut en vertrekt. Vier uur later zal hij ons weer ophalen. Beloofd.
In de boomhut
Daar zitten we dan, in een klein hutje waarin elke beweging die we maken het geluid lijkt te maken van een omvallende boom. We stellen onze camera’s op en het lange wachten begint.
De minuten verstrijken. Het veld blijft leeg. We durven nauwelijks te ademen. In het bos horen we onheilspellende geluiden. Muggen zoemen langs onze oren. Af en toe kraakt er iets. We zitten in opperste concentratie te wachten op wat komen gaat.
Dan opeens kraken er takjes vlakbij. Zou het een beer zijn? Nee. Een schattig eekhoorntje zit in de boom pal naast ons. Het knaagdiertje is druk doende en rent alle kanten op, voordat hij naar beneden springt en in de bossen verdwijnt.
Na de opwinding van het eekhoorntje gebeurt er urenlang weinig, vogels doen zich te goed aan de etenswaar die eigenlijk voor de beren bedoeld is. We zien een roofvogel die een musje grijpt vlak voor onze ogen. Maar verder blijft het stil op ons grasveldje.
De vos en de wezel
Pas als de schemer intreedt, zien we weer een sluwe bosbewoner. Een vos sluipt voorbij, op zoek naar voedsel. Hij pikt het stuk vlees op dat is achtergelaten door de jager.
Het roofdier is maar net verdwenen, of een wezel meldt zich. Dit kleine beestje huppelt een tijdje vrolijk rond voor onze ogen. Met zijn witte voorpoten en slanke uiterlijk een bijzonder diertje om te zien. Soms staat hij rechtop en kijkt om zich heen. Als hij zich aan restjes vlees tegoed heeft gedaan, verdwijnt hij in de bosrand.
Het begint inmiddels goed donker te worden. In de verte zien we lichtflitsen en we horen donderslagen. De omstandigheden worden grimmiger. Zullen we nog beren gaan zien? We horen nu regelmatig veelbelovend gekraak in het bos. Maar we zien niets. En omdat het donkerder wordt zal dat ook steeds moeilijker worden.
Na enige tijd horen we de rangerover van de hunter. Helaas geen beren gezien. Maar we zijn wel blij dat we opgehaald worden, want de bliksemschichten worden steeds heftiger. Een houten boomhutje op de top van een berg in een bos vol beren is niet de aantrekkelijkste plek die ik kan verzinnen tijdens onweer.
Urenlang stilzitten is best een uitdaging. We hebben elk geluidje en elke beweging in het bos opmerkzaam geregistreerd. Vogels, een vos, een wezel en een eekhoorn hebben we in hun natuurlijke omgeving geobserveerd. We zijn teleurgesteld dat we geen beren hebben gezien, maar het was een intense ervaring.
Als we terugrijden over de smalle onverlichte bergweggetjes, is het onweer in volle hevigheid losgebarsten.
Ljubljana
Ljubljana is een stad met ruim 300.000 inwoners, maar dat is omdat het hele gebied om de binnenstad heen vrij uitgestrekt is. Wij blijven voornamelijk in het historische stadscentrum en dat is vrij klein en overzichtelijk.
Onze favoriete plek om een hamburger te halen is HoodBurger. Hier maken ze de lekkerste hamburgers van Slovenië, mogelijk wel van de hele Balkan.
De tweede dag dat we in Ljubljana zijn regent het vrijwel de hele dag pijpenstelen. Twee momenten waarop het minder hard regent, benutten we om even het stadje in te gaan, wat inkopen te doen en een biertje te drinken. Maar verder kunnen we niet veel anders doen dan uitrusten. Wat overigens helemaal geen straf is na het moordende tempo van onze eerdere reisdagen.
De binnenstad is dankzij de regen een stuk rustiger. De meeste terrasjes zijn leeg.
Rondvaart
De dag erna is het weer beter. We bezoeken twee kerkjes en doen de rondvaart op de Lubljianica rivier. De rondvaartboten varen hier af en aan. Het is een kort tochtje van ongeveer 45 minuten heen en terug. Wij monsteren aan bij de boot onder de brug met de slotjes. Dit is een wat kleiner bootje, waardoor het niet zo druk is aan boord.
Omdat het stadje vrij klein is, zit je al snel in de natuur. In het bosrijke gebied zwemmen er bevers langs de boot. In het stadscentrum zien we de ratten die onder de bruggen leven. Het is een lekker relaxt tochtje en de zon komt alweer een beetje door.
Van City Hotel naar Centrum Hotel
Vlak voor vertrek blijkt er toch nog iets misgegaan bij het boeken van het hotel. De laatste nacht in Ljubljana is niet meegekomen in de reservering en City Hotel is volgeboekt. Even paniek. Maar een snelle blik in Booking.com leert dat er in het kleine centrum diverse hotels zijn waar nog kamers vrij zijn.
We verkassen naar Centrum Hotel Ljubljana, slechts drie straten verder. We hoeven dus niet onder de brug te slapen bij de ratten.
Sveti Tomaž en Sveti Jacob
Nog twee iconische kerkjes hebben we op de planning staan, die zich in de buurt van Ljubljana bevinden. We gaan vroeg op pad. De regen is gelukkig gestopt, maar het is nog bewolkt. We zien laaghangende bewolking hangen in de bergen, wat onze foto’s van de kerkjes uitdagend maar ook bijzonder maakt.
Soms drijft er een wolk voor het kerkje en zien we helemaal niets meer. Het is dan geduldig afwachten tot de wolk weer weggetrokken is.
We rijden eerst naar de Sveti Tomaž, waarvoor we een kronkelig smal bergweggetje afrijden. We zijn er net op tijd voordat een grote donkere wolk al het zicht op de kerk belemmert.
Daarna rijden we door naar Sveti Jacob. Dit kerkje ligt midden in de bergen. Niet alleen is het kerkje mooi om te zien, maar ook de omgeving. Ook hier liggen de wolken weer laag in de vallei.
In het gras er omheen springen tientallen krekels en andere diertjes op bij elke voetstap die we zetten.
Met deze twee kerkjes zit onze queeste in Slovenië erop. We hebben genoten van dit kleine land. Van de schilderachtige plekjes, van de aardige mensen en van de prachtige natuur.