© Jeroen Derwort

Slap Savica

Nabij het meer van Bohinj ligt Slap Savica, een grote waterval van 78 meter hoog. We rijden langs het meer, waar nu veel mensen aan het recreëren zijn vanwege het mooie weer. We zien grote campings met tentjes tussen de bomen.

De waterval ligt in een markant bos, dat op zichzelf al de moeite waard is om te bezoeken. De bomen staan tussen enorme stenen en soms groeien er weer bomen bovenop die stenen. Het is het soort keien waar de hunebedden van gebouwd zijn, maar dan groter.

Dit bos heeft het door de jaren heen zwaar gehad: een brand, een overstroming, een aardbeving en stevige rukwinden hebben de bomen alle kanten op geblazen. Juist deze littekens in het landschap maken dit zo’n fraai bos.

© Jeroen Derwort

© Jeroen Derwort

© Leander Bohms

De waterval is een populair dagtochtje voor de Slovenen. De parkeerplaats waar het pad omhoog start is betaald en ook moet er betaald worden om de waterval te bezoeken, alsof het een soort kermisattractie is. Het is nog best een hele klim om de waterval te bereiken. Vanuit een kleine observatiehut kunnen we het water zich naar beneden zien storten.

Het is een fraai gezicht, maar wel een beetje dringen. Een hek zorgt ervoor dat nieuwsgierige lieden op afstand blijven. De twee stroompjes vormen samen de letter ‘A’. Er komt nu niet zoveel water doorheen. In sommige jaargetijden is dit een stuk meer.

© Jeroen Derwort

De waterval heeft enige historie, lezen we in het Nederlandstalige boekje dat we bij de ingang krijgen aangereikt. In De middeleeuwen is hier een grote Sloveense hoofdman gedoopt, waarmee Slovenië christelijk werd. Aan de hoeveelheid kerkjes te zien, kun je zeggen dat dit enige impact heeft gehad.

Een witte gedenksteen in de observatiehut herinnert ons aan het bezoek van de aartshertog van Oostenrijk in 1807. De aartshertog moest het zonder aangelegd paadje doen en zonder bruggetjes. Best een prestatie. Hij heeft later nog meegevochten tegen Napoleon. Het verhaal vertelt niet of zijn ervaring bij de waterval hem in de slag bij Waterloo geïnspireerd heeft.


© Leander Bohms

Slap Peračica en het pad van de vrede

De Slovenen zijn een gastvrij volk. Bij aankomst in het hotel hadden we een boekje in onze handen gedrukt gekregen met activiteiten en bezienswaardigheden in de buurt. Waar Bled natuurlijk de hoofdattractie is, proberen de omliggende gemeenten toeristen te interesseren met watervallen, kerkjes en lokale musea.

Eén van deze locaties heeft onze aandacht getrokken. Slap Peračica is een kleine waterval gelegen in het bos. Om er te komen moet je Pot Miru volgen, wat zich laat vertalen als het pad van de vrede.

Het startpunt van de tocht is het plaatsje Brezje. Hier parkeren we de auto op een groot parkeerterrein bij de kerk, die ‘Maria Hulp der Christenen’ heet. Het plaatsje is een religieus centrum. We zien dat Paus Johannes Paulus II hier geweest is, en de kerk de status van Basilica Minor heeft gegeven. Een bronzen beeld van de paus staat naast de kerk.

We lopen het stadje door, het bos in zoals aangegeven in de folder. Pot Miru biedt een prachtige wandeling. Het is lekker rustig en de schaduw van de bomen zorgt voor een aangename koelte. Onderweg menen we berensporen te zien, of zijn het grote honden? Gelukkig komen we geen van beide dieren tegen deze keer.

Na ongeveer een uur komen we bij de waterval aan. Het is een idyllisch plekje. Door de heersende droogte is het watervalletje kleiner dan op andere momenten, maar dat mag de pret niet drukken. Het is geen drukke toeristische attractie, dus we kunnen in alle rust onze foto’s maken en genieten van de natuur.


© Leander Bohms

Slap Kozjak

Een waterval die hoog op ons lijstje staat is Slap Kozjak. Dit is niet ‘zomaar’ een waterval. Slap Kozjak bevind zich in een paradijselijke kloof, te bereiken via een wandeling door het bos, langs het helder blauwe kabbelende bergbeekje Kozjak.

De Kozjak rivier is bezaaid met grote en kleine rotsblokken. Deze zijn hier en daar op elkaar gestapeld, wat een leuk effect geeft.

© Jeroen Derwort

© Leander Bohms

De nadering van de waterval is bijzonder. Via een sluipweggetje tussen de rotsen door bereiken we een platform, vanaf waar we goed zicht hebben op het neervallende water. Helaas houdt niet iedereen zich aan de regels en wordt er volop door mensen in het water gezwommen, wat het maken van foto’s bemoeilijkt. Maar dit is hoe dan ook één van die plaatsen die veel magischer zijn dan op welke foto dan ook kan worden overgebracht.

© Jeroen Derwort


© Jeroen Derwort

Op zoek naar beren in de Sloveense bossen

Bruine beren komen in Slovenië in relatief grote getale voor. In de bossen in het oosten van het land leven er zo’n 1200. Het leek ons wel wat om een beer in het wild te zien, maar hoe pak je dat aan? We zijn geen ervaren rangers die met Zwitsers zakmes op de heup in camouflage door de bossen jakkeren om op berenjacht te gaan.

Een alternatief is een georganiseerde excursie. Professionele jagers nemen je mee naar plekjes in het bos waar de beren naartoe komen, zodat je ze in hun eigen omgeving in alle rust kunt observeren. We boeken zo’n tour bij bearsandwildlife.si en rijden vol goede moed over de kronkelige Sloveense weggetjes naar het oosten.

Voorafgaand aan de excursie krijgen we contracten opgestuurd, waarvan de strekking is dat het onze eigen verantwoordelijkheid is als we door een beer aan stukken worden gescheurd. We moeten alle aanwijzingen van de jager opvolgen zonder vragen te stellen. We moeten de observatiehut onder geen enkele omstandigheid zonder de jager verlaten.

Op weg naar de observatiehut

Op een grote parkeerplaats worden we opgehaald door een Sloveen die voldoet aan het beeld dat we bij een professionele jager hebben. Een oudere man in een rangerover die nauwelijks Engels spreekt en in kakitinten gekleed is. Hij begroet ons hartelijk en nodigt ons uit om in zijn 4×4 plaats te nemen.

We rijden met hem het bos in terwijl hij ons de foto’s van een dag eerder laat zien. We zien prachtige bruine beren op die foto’s die met een telefoon lijken te zijn gemaakt. ‘Maar ze komen wanneer ze komen’ zegt hij. Het kan net zo goed zijn dat we niets zien. Het blijven tenslotte wilde dieren. We hebben meestal wel geluk met dit soort dingen, dus we maken ons weinig zorgen.

De man zet ons af in een klein houten boomhutje, dat uitkijkt op een stukje gras met een paal in het midden waaruit op gezette tijden graan wordt gestrooid om de beren te lokken. Voor de zekerheid gooit hij wat pruimen in het rond. Hij drukt ons fluisterend op het hart dat we volledig stil moeten zijn. We mogen niet praten en het beste is als we roerloos blijven zitten. Beren zijn angstige dieren, die van het minste onraad al terugschrikken. Hij sluit de deur van de boomhut en vertrekt. Vier uur later zal hij ons weer ophalen. Beloofd.

© Jeroen Derwort

© Jeroen Derwort

© Jeroen Derwort

© Jeroen Derwort

In de boomhut

Daar zitten we dan, in een klein hutje waarin elke beweging die we maken het geluid lijkt te maken van een omvallende boom. We stellen onze camera’s op en het lange wachten begint.

De minuten verstrijken. Het veld blijft leeg. We durven nauwelijks te ademen. In het bos horen we onheilspellende geluiden. Muggen zoemen langs onze oren. Af en toe kraakt er iets. We zitten in opperste concentratie te wachten op wat komen gaat.

Dan opeens kraken er takjes vlakbij. Zou het een beer zijn? Nee. Een schattig eekhoorntje zit in de boom pal naast ons. Het knaagdiertje is druk doende en rent alle kanten op, voordat hij naar beneden springt en in de bossen verdwijnt.

© Jeroen Derwort

© Jeroen Derwort

© Leander Bohms

Na de opwinding van het eekhoorntje gebeurt er urenlang weinig, vogels doen zich te goed aan de etenswaar die eigenlijk voor de beren bedoeld is. We zien een roofvogel die een musje grijpt vlak voor onze ogen. Maar verder blijft het stil op ons grasveldje.

De vos en de wezel

Pas als de schemer intreedt, zien we weer een sluwe bosbewoner. Een vos sluipt voorbij, op zoek naar voedsel. Hij pikt het stuk vlees op dat is achtergelaten door de jager.

© Leander Bohms

© Leander Bohms

© Jeroen Derwort

Het roofdier is maar net verdwenen, of een wezel meldt zich. Dit kleine beestje huppelt een tijdje vrolijk rond voor onze ogen. Met zijn witte voorpoten en slanke uiterlijk een bijzonder diertje om te zien. Soms staat hij rechtop en kijkt om zich heen. Als hij zich aan restjes vlees tegoed heeft gedaan, verdwijnt hij in de bosrand.

© Jeroen Derwort

© Leander Bohms

© Leander Bohms

Het begint inmiddels goed donker te worden. In de verte zien we lichtflitsen en we horen donderslagen. De omstandigheden worden grimmiger. Zullen we nog beren gaan zien? We horen nu regelmatig veelbelovend gekraak in het bos. Maar we zien niets. En omdat het donkerder wordt zal dat ook steeds moeilijker worden.

Na enige tijd horen we de rangerover van de hunter. Helaas geen beren gezien. Maar we zijn wel blij dat we opgehaald worden, want de bliksemschichten worden steeds heftiger. Een houten boomhutje op de top van een berg in een bos vol beren is niet de aantrekkelijkste plek die ik kan verzinnen tijdens onweer.

Urenlang stilzitten is best een uitdaging. We hebben elk geluidje en elke beweging in het bos opmerkzaam geregistreerd. Vogels, een vos, een wezel en een eekhoorn hebben we in hun natuurlijke omgeving geobserveerd. We zijn teleurgesteld dat we geen beren hebben gezien, maar het was een intense ervaring.

Als we terugrijden over de smalle onverlichte bergweggetjes, is het onweer in volle hevigheid losgebarsten.